De coöperatie anno nu

05/08/2019 Door Rick Lindeman

Iedereen kent nog wel de kneuterige Rabobankreclames met Jochem de Bruin. De Rabobank werd neergezet als het vriendelijke, authentieke alternatief voor de kille bankwereld. In ‘De bank van goede bedoelingen’ onderzoekt Marcel Canoy wat er na de crisis, na de Libor-fraude, de digitalisering van het bankwezen en na de liegebeest-award over is van dit imago en of het eigenlijk ooit waar was. Hij komt hierbij tot verrassende conclusies.

Canoy kreeg Carte Blanche van de Rabodirectie. Hij gaat in ‘De Bank van de Goede bedoelingen’ langs bij de lokale klanten en vestigingen, bij bijzonder beheer, het buitenland en bij diezelfde directie. Als econoom met een antropologische blik ziet hij hoe het bankwezen verzakelijkt, maar er ook nog steeds veel door goede relaties wordt bepaald. Hierin kan een coöperatieve bank zich onderscheiden.

De Libor-crisis was misschien wel een blessing in disguise, verzucht een directielid halverwege. Libor zorgde ervoor dat de Rabo moest herijken wat zij was, en eindelijk los kon komen van ‘Jochem de Bruin’. Het blijkt een veel diversere bank te zijn dan alleen de boerenleenbank.

In het buitenland is dat imago makkelijker te vertellen. De bank is een hele grote speler in de Agri-Foodsector en weet dat door specifieke producten ook haar marktaandeel te vergroten. Canoy vertelt ook over de avonturen in Afrika, maar blijf daar wel heel erg aan de hand van zijn Rabo-gastheren rondlopen. Een Afrikaans perspectief was hier wel nuttig geweest.

Of een bank echt menselijk is blijkt uit het gedrag van bijzonder beheer. Hier worden de wanbetalers en andere probleemgevallen geholpen, dan wel ‘gesaneerd’. Canoy treft hier heel wisselende verhalen aan. Er zijn veel welwillende medewerkers, maar ook heel veel regels die begrip en daadwerkelijke hulp moeilijk maken. Een gebied dat Canoy helemaal overslaat is de betrokkenheid van de Rabobank in de regio’s door sponsoring, terwijl juist daar de regionale relaties en hun diepte kunnen blijken.

Fraude en integriteit bespreekt Canoy aan de hand van het ’Smorc’ principe. Dit is een term van de gedragseconoom Ariel dat kleine, rationele fraude betekent. Hoe verder geld van de mensen af zit, of hoe abstracter gedefinieerd (fiches, spreadsheets) dat geld is, hoe makkelijker mensen fraude plegen. Hij bespreekt diverse gevallen helder, en wilde zelfs een experiment doen, maar helaas lukte hem dat niet meer.

Rondom duurzaamheid bespreekt Canoy de worsteling van de Rabobank. De bank heeft hoogstaande ambities, maar het is nog niet altijd zo makkelijk om er naar te handelen. Moet je een varkensflat in de Oekraïne weigeren, terwijl die aan de nationale wetgeving voldoet? De Rabobank komt er niet uit, en Canoy eigenlijk ook niet.

Elk deel begint Canoy met een vrolijk gesprekje met de woordvoerder, en laat daarin zijn verbazing over een bepaald onderwerp blijken. Zo weet hij het boek luchtig te houden, en ga je graag met hem mee op zoek naar die goede bedoelingen, en of ze werkelijk gerealiseerd worden.

Dit boek is te koop via onze managementboeklink